RAADSVOORSTEL | |
Aan de raad van de gemeente Zandvoort | Agendapunt: 9 Registratienr:OB/RO/04'1370 Datum:17-02-2004 |
Onderwerp: | Voorstel tot vaststelling van een voorbereidingsbesluit voor de Midden Boulevard |
Korte inhoud: | Op 10 juli 1998 is begonnen met de bestemmingsplanprocedure Midden-Boulevard door een voorbereidingsbesluit te nemen. In de jaren ’99 , ’00 , ’01, ‘02 en ’03 zijn opnieuw dergelijke besluiten genomen. Voorbereidingsbesluiten gelden slechts voor een jaar. Een voorbereidingsbesluit vervalt namelijk, indien niet binnen een jaar na de datum van inwerkingtreding daarvan, het ontwerp van het bestemmingsplan ter inzage is gelegd (art. 21 lid 4 Wet op de Ruimtelijke Ordening). |
Bron: | Collegeprogramma, raadsprogramma |
Portefeuillehouder: | Wethouder de heer M.B.J. Demmers |
Probleemstelling en overwegingen: | Het gevolg van het vaststellen van een voorbereidingsbesluit is, dat na de inwerkingtreding van het besluit ingekomen bouwaanvragen, die niet in strijd zijn met de vigerende bestemmingsplannen dan wel bouwverordening, in beginsel aangehouden dienen te worden. Dit is de zogeheten aanhoudingsplicht (artikel 50 lid 1 Woningwet). In feite heeft een voorbereidingsbesluit een beschermende werking voor het gebied waarvoor een bestemmingsplan wordt ontworpen. De achterliggende gedachte van bedoeld besluit is namelijk dat voorkomen dient te worden, dat het nieuwe bestemmingsplan wordt gefrustreerd door wildgroei van bouwwerken die niet passen in de uiteindelijke structuur van een bepaald gebied De aanhoudingsplicht eindigt, indien het voorbereidingsbesluit vervalt. Zoals eerder vermeld, gebeurt dit, indien niet binnen een jaar na inwerkingtreding van het voorbereidingsbesluit een ontwerp van een bestemmingsplan ter inzage is gelegd (artikel 21 WRO). Na het verstrijken van de aanhoudingstermijn dienen Burgemeester en Wethouders te beslissen binnen de in artikel 46 lid 1 Woningwet genoemde termijnen (artikel 50 lid 8 Woningwet). Omdat een weigeringgrond ontbreekt, zal de vergunning verleend moeten worden. Ten tijde van de vaststelling van het voorbereidingsbesluit in 2003 had ons college de intentie om voor de afloop van het voorbereidingsbesluit in 2004 een ontwerp bestemmingsplan als bedoeld in artikel 23 van de WRO ter visie te leggen. In september 2003 bent u geďnformeerd over de in voorbereiding zijnde stedenbouwkundige modellen. Tijdens deze bijeenkomst heeft u ook aandacht gevraagd voor het opstellen van een garantieplan. Daarnaast diende nog een onderzoek te worden verricht naar de mogelijke economische functies in dit plangebied. De opmerkingen over de stedenbouwkundige modellen hebben inmiddels geleid tot een nieuw stedenbouwkundig model. De modellen zijn u tijdens een besloten bijeenkomst getoond. Door alle onderzoeken en overleggen is het niet mogelijk gebleken om voor afloop van een voorbereidingsbesluit op 28 maart 2004 een ontwerp bestemmingsplan ter visie te leggen. Tot op heden zijn er geen bouwaanvragen voor de Midden Boulevard ingekomen, die mogelijkerwijs de toekomstige visie voor dit gebied kunnen doorkruisen. Om te voorkomen, dat gedurende het proces tot vaststelling van het ruimtelijke functioneel plan en opstarten van een bestemmingsplanproces, bouwaanvragen worden ingediend, die mogelijkerwijs niet passen binnen de gewenste visie, wordt voorgesteld een nieuw voorbereidingsbesluit te nemen, waardoor opnieuw een aanhoudingsplicht ontstaat voor bouwaanvragen, die na de inwerking van het besluit op 28 maart 2004 inkomen. |
Financiële aspecten: | Geen. |
Voorstel: | Te verklaren, dat:
|
Commissie behandeling: | Op 17 februari 2004 heeft de commissie raadszaken over het voorbereidingsbesluit Middenboulevard beraadslaagd. De commissie adviseert positief. |
RAADSBESLUIT | |
Agendapunt: 9 Registratienr:OB/RO/04/1370 |